Oplossingen Kleine Nootjes 59-3
Winstverwachting
De winkelier verkoopt $n_1$ tijdschriften op dag $1$ en $n_2$ tijdschripften op dag $2$. De winst op dag $1$ is: $W_1=n_1(v-i)=n_1(1{,}1i-1)=0{1}1n_1i$.
De winst op dag $2$ is $W_2=n_2(1{,}1v-1{,}2i)=n_2(1{,}1\times 1{,}1i-1{,}2i)=0{,}01n_2i$.
Dus er moet gelden: $0{,}02n_2i=0{,}1n_1i$. Ofwel: $n_2=10n_1$. Dus: $n_2 = 200$ tijdschriften.
w-getallen
In beide gevallen zijn er $120$ mogelijke getallen.
Getallen optellen
Er gelden de volgende vergelijkingen:
$a+2b=2a$, met $a=2b$.
$a+2b+3c=3a$, met $2b=3c$ of $c=\frac23b$.
$a+2b+3c+4d=4a$, met $d=\frac12b$.
$a+2b+3c+4d+5d=pa$, met $e=(2p-8)b/5$.
Alleen voor $p=9$ geldt $e=2b=a$.
witte bal
In feite maakt de tussenstap van Kees het probleem niet moeilijker. De vraag is dus:
Hoe groot is de kans dat Marja, die willekeurig twee ballen uit de vijf trekt, er een witte en een zwarte uit trekt?
De kans op eerst wit en dan zwart is: $\frac25 \times \frac34=\frac{3}{10}$. De kans op eerst zwart en dan wit is: $\frac35\times\frac24=\frac{3}{10}$. De totale kans is dus $\frac{6}{10}=\frac35$.
Langer en korter
Als $P$ op het stuk $AE$ ligt, dan is de kleinste som van de tweer routes $15\mbox{ km}$. Als $P$ ergens anders op de cirkel ligt, dan is de kleinste som van de routes $14\mbox{ km}$.