Passie voor puzzels

Carlo Verschoor (26), aio wiskunde aan de Universiteit Utrecht, loste eind vorig jaar als eerste voor de tweede keer de supermoeilijke kerstpuzzel van de AIVD op. Foutloos. In dit stukje vertelt Carlo waar zijn passie voor puzzelen vandaan komt én daagt hij de lezers van Pythagoras uit om een door hemzelf bedachte puzzel op te lossen.

Na de havo ging Carlo Verschoor HBO Bedrijfswiskunde studeren in Leeuwarden. ‘Maar omdat ik meer uitdaging nodig had, besloot ik om na mijn propedeuse door te gaan naar de universiteit’, vertelt hij. Sinds vorig jaar werkt hij aan een promotieonderzoek over de eigenschappen van zogeheten A-hypergeometrische functies. Wat hem zo aanspreekt in wiskunde is de logica en de wijze van redeneren. ‘Ik vind het geweldig hier, het departement Wiskunde én de stad Utrecht: centraal en groen. Dat ik hier terechtkwam, kan ik wel beredeneren: ik heb vastgehouden aan een richting die goed voelde en bij me past. Als je dat doet, kom je uiteindelijk altijd op de juiste plek terecht. Heel logisch.’

(Geheime) boodschap

‘Dat is ook wat de AIVD-kerstpuzzel zo leuk maakt. De geheime boodschap die je zelf moet ontdekken. Maar je weet wél zeker: achter elke vraag zit een logica. Neem bijvoorbeeld de laatste vraag van de kerstpuzzel van 2016: die vraag bestond alleen uit een vraagteken, en dan moet je zien uit te vinden waarom dat vraagteken daar staat. Ik bedacht dat als ik de eerste letters van elke vraag zou nemen, met het vraagteken als laatste teken, daar dan waarschijnlijk een nieuwe vraag uit voort zou komen. En dat klopte. Het antwoord op die nieuwe vraag heeft me bonuspunten opgeleverd.’

Voor de Pythagoras-lezers heeft Carlo twee AIVD-achtige puzzels bedacht (zie onder). Ga jij de uitdaging aan?

Stuur je oplossing vóór 1 september 2017 naar [email protected]. De winnaar krijgt een individuele rondleiding op het departement Wiskunde van één van onze studenten, een lunch en een cadeautje.

Vraag 1

Typisch een puzzel voor dit tijdschrift. Hieronder zie je een aantal woorden staan. Elk van deze woorden associëren we met een rechthoekige driehoek. De lengte van de korte zijden van zo’n driehoek kun je terugvinden door goed naar het woord te kijken. De lengte van de langste zijde van de driehoek staat tussen haakjes om je op weg te helpen.

BIJ (15), GNOE (29), KORENWOLF (91), 
MOLRAT (65), PONY (50),
VUURSALAMANDER (130).

Wat zijn de lengtes van de langste zijden die bij de volgende woorden horen?

AARDBEIENPITJE, COWBOYHOED,
OPLOSSER, REGENDRUPPEL.

En welk getal heeft een langste zijde die precies 52 lang is?

En welk getal eindigt hier?

Vraag 2

Hieronder staan drie reeksen. Welke getallen komen er op de plaats van de vraagtekens? (Hint: begin bij 0 met tellen, dus bij elk vraagteken moet je iets doen met het getal 0.)

a. ?, 5, 5, 4, 5, 6, 5, 5, 1, 5, 5, 5, 1, 4, 5, ...
b. ?, 13, 4, 9, 5, 5, 1, 1, 7, 13, 7, 15, 4, 7, 5, ...
c. ?, 4, 13, 14, 17, 16, 21, 16, 19, 18, 15, 7, 21, 16, 7, ...