Tip voor toptennisers: neem meer risiCo met serveren
Wat pakt het beste uit bij tennis: dubbele fouten vermijden door voorzichtig te serveren, of juist wat meer risico nemen zodat de tegenstander meer moeite heeft om de bal terug te slaan? Met behulp van wiskunde kun je de optimale servicestrategie
bepalen. En dan blijkt dat veel toppers te voorzichtig zijn.
Bij tennis wordt de bal met een opslag in het spel gebracht. Beide spelers mogen om en om een game lang serveren. Bij elk punt heeft degene die mag serveren twee kansen. Hij speelt een eerste service, en als die fout is, een tweede service. Is de tweede service ook fout, dan gaat het punt direct naar de tegenstander. Dit noemen we een dubbele fout. De meeste spelers nemen wat meer risico op de eerste service door de bal wat harder te slaan, of meer op de hoek van het servicevak te richten. Is de eerste service uit of in het net, dan nemen ze flink minder risico met de tweede service. Maar hoeveel risico is optimaal? Geoff en Graham Pollard hebben een manier bedacht om dit te berekenen.
Om te beginnen moet je weten wat het effect is van meer of minder risico nemen. Noem de hoeveelheid risico $x$, waarbij $x$ tussen $0$ en $1$ ligt. We definiëren risico zo dat de kans dat de service goed is $(1 - x) $ is. Een speler kan bijvoorbeeld harder slaan, of meer op de hoek van het serviceveld mikken. Noem de kans om de rally te winnen nadat je een goede service hebt geslagen waarbij je risico x nam $R(x)$. Het is duidelijk dat $R(x)$ moet stijgen als $x$ stijgt. Een voorbeeld van een mogelijk verband is te zien in figuur 1.
Schematische weergave van het verband tussen de hoeveelheid
|
Hoe ziet dit verband er precies eruit? Het meest eenvoudige is om uit te gaan van een rechte lijn, een lineair verband. Maar Geoff en Graham Pollard analyseerden veel wedstrijden op professioneel niveau, en kwamen erachter dat dat niet kan kloppen. Volgens hen geldt er een kwadratisch verband:
$$R(x) = a + b \cdot x + c \cdot x^2.$$
Ze vonden voor mannelijke toppers een waarde voor $c$ van $-0{,}6$ en voor vrouwen een $c$ van $-0{,}3$. Omdat $c$ negatief is levert meer risico nemen steeds iets minder op.
Stel dat $a$, $b$ en $c$ bekend zijn. Hoe kunnen we dan de optimale hoeveelheid risico berekenen? De eerste stap is om te bepalen hoe de kans om het punt te winnen als je serveert afhangt van de hoeveelheid risico op de eerste service $(x_1)$ en de tweede service $(x_2)$. Er zijn twee manieren om een punt te winnen. De eerste mogelijkheid is dat de eerste service in is $(\mbox{kans } 1 - x_1)$, en je daarna de rally wint $(\mbox{kans }R(x_1))$. De tweede optie is dat de eerste service fout is $(\mbox{kans }x_1)$, de tweede service goed $(\mbox{kans }1 - x_2)$, en je daarna de rally wint $(\mbox{kans }R(x_2))$. De kans om het punt te winnen is dus: $P(x_1, x_2) = (1- x_1) \cdot R(x_1) + x_1 \cdot (1 - x_2) \cdot R(x_2) $ Vervolgens willen we de optimale hoeveelheid risico $x^*_1$ en $x^*_2$ vinden. We beginnen met $x^*_2$ Als de eerste service fout is, heb je nog één kans om de service goed te slaan. Wat er daarvóór is gebeurd doet er niet meer toe, de speler moet een tweede service slaan die de kans om het punt te winnen maximaliseert. We hoeven daarom alleen te kijken naar $(1- x_2) \cdot R(x_2)$, de kans om het punt alsnog te winnen na een fout geslagen eerste service. Als we de haakjes wegwerken krijgen we het volgende:
$$(1- x+2) \cdot R(x_2) = a + (b- a) \cdot x_2 +(c -b) \cdot x^2_2 - cx^3_2.$$
Hoe bepaal je voor welke waarde van $x_2$ dit maximaal is? Door de afgeleide gelijk te stellen aan $0$:
$$(b -a) +2(c- b)x_2 -3c\cdot x_2^2= 0.$$
Nu houden we een vergelijking over die we op kunnen lossen met de abc-formule. Na wat herschrijven krijgen we:
$$x^*_2 = \frac{(c-b)\pm\sqrt{(c-b)^2+3c(b-a)}}{3c}.$$
We moeten de oplossing met het plusteken gebruiken, omdat we anders een oplossing boven de $1$ krijgen voor realistische waarden van $a$, $b$ en $c$. Nu we $x^*_2$ en dus ook $R(x^*_2)$ weten kunnen we die invullen in de formule voor $P(x_1, x_2)$ en op dezelfde manier ook de optimale hoeveelheid risico op de eerste service berekenen. Kun je zelf narekenen dat daar het volgende uitkomt?
$$x^*_1=\frac{(c-b)+\sqrt{(c-b)^2+3c(b-a+(1-x^*_2)R(x^*_2))}}{3c}.$$
Laten we dit eens toepassen op een echte wedstrijd, en kijken of we toptennissers advies kunnen geven. Op 14 juli 2019 speelden Novak Djokovic en Roger Federer de finale van Wimbledon tegen elkaar. Het was een enorm lange en spannende wedstrijd. Na vijf uur spelen won Djokovic met 7-6, 1-6, 7-6, 4-6, 13-12. In tabel 1 zijn de wedstrijdstatistieken te zien.
Tabel 1 |
||||
Djokovic | Federer | |||
Risico 1e service: $x_1$ | $37{,}90\%$ | $37{,}40\%$ | ||
Risico 2e service: $x_2$ | $10{,}80\%$ | $7{,}90\%$ | ||
Punten gewonnen op de 1e service: $R(x_1)$ | $74{,}30\%$ | $78{,}70\%$ | ||
Punten gewonnen op de 2e service: $R(x_2)$ | $52{,}70\%$ | $55{,}70\%$ | ||
Wedstrijdstatistieken van de finale op Wimbledon tussen Djokovic en Federer |
Beide spelers sloegen in ruim $60\%$ van de gevallen hun eerste service goed. Hun tweede service was rond de $90\%$ van de keren goed. Ondanks dat Federer verloren heeft, zien zijn statistieken er wat beter uit. Hij wint vaker de rally als zijn service goed is. In totaal heeft hij ook net wat meer punten gewonnen dan Djokovic, mede dankzij de tweede set die hij dik heeft gewonnen. Laten we nu eens uitgaan van het kwadratische verband tussen $x$ en $R(x)$ met een waarde van $c = -0{,}6$. Omdat we voor beide spelers twee punten op de grafiek kennen, $(x_1, R(x_1))$ en $(x_2, R(x_2))$, kunnen we ook de waarde van $a$ en $b$ bepalen. Voor Djokovic vinden we dan $R(x) = 0{,}42 + 1{,}09 \cdot x - 0{,}6\cdot x^2$ en voor Federer $R(x) = 0{,}48 + 1{,}05 \cdot x - 0{,}6\cdot x^2$. Vullen we deze waardes in in de formules om de optimale hoeveelheid risico te bepalen, dan zien we dat beide spelers beter meer risico hadden kunnen nemen op zowel de eerste als tweede service!
Tabel 2 |
||||
Djokovic | Federer | |||
$x_1$ | $37{,}90\%$ | $37{,}40\%$ | ||
$x^*_1$ | $45{,}40\%$ | $44{,}00\%$ | ||
$x_2$ | $10{,}80\%$ | $7{,}90\%$ | ||
$x^*_2$ | $22{,}70\%$ | $19{,}40\%$ | ||
$P(x_1,x_2)$ | $63{,}90\%$ | $68{,}50\%$ | ||
$P(x^*_1,x^*_2)$ | $65{,}20\%$ | $69{,}50\%$ | ||
Werkelijke en optimale servicestrategie
|
Als ze de optimale strategie gebruiken, stijgt de kans om het punt te winnen op eigen service met ruim een procent. Dat lijkt misschien niet veel, maar als je bedenkt dat Federer twee matchpoints heeft gehad op eigen service, dan telt elke procent.
Verband tussen risico en kans om de rally te winnen voor beide spelers op basis van de wedstrijdstatistieken. |
Moeten de spelers deze strategie meteen toe gaan passen? We moeten voorzichtig zijn met het aanpassen van de eerste service. De optimale eerste service ligt buiten de twee punten op de grafiek die uit de wedstrijd volgen, we hebben geëxtrapoleerd. Dit punt is ook wat gevoeliger voor de waarde van $c = -0{,}6$ die we hebben gekozen dan de optimale tweede service. Maar als we op deze manier meer wedstrijden analyseren, ook met andere waardes voor $c$, komt één conclusie vaak terug: spelers zouden meer risico moeten nemen met hun tweede service, en de extra dubbele fouten voor lief moeten nemen. Er zijn zelfs wedstrijden waarbij één van de twee spelers de tweede opslag beter als een eerste opslag had kunnen slaan. Waarom doen ze dat dan niet? Waarschijnlijk zijn ze te bang om het punt gelijk te verliezen met een dubbele fout, ook al laat wiskunde zien dat dat onterecht is.
Bronnen
Pollard, G. N. (2008). What is the best serving strategy? J Med Sci Tennis, 13(2), 34-38.
Wedstrijdstatistieken: www.flashscore.nl